Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zeide tot Jesaja: Ga nu uit, [10]Achaz tegemoet, gij en uw zoon, [11]Schear-jaschub, aan [12]het einde van den watergang des oppersten vijvers, aan den hogen weg van het veld des vollers; 10. Daarom wordt de profeet eigenlijk tot Achaz gezonden, omdat hij inzonderheid bevreesd was en omdat dit den welstand van het rijk betrof. 11. Dit is te zeggen: Het overblijfsel zal wederkeren; te weten uit een algemenen ondergang of gevangenschap; of zal zich bekeren. Hieruit blijkt dat dezen zoon, uit Gods bevel, dien naam gegeven is; profetischer wijze, om het volk de belofte van God in gedachtenis te brengen, aangaande de wederkering van enigen uit het volk. Zie onder hfdst.10 vs.21, en vergelijk onder hfdst.8 vs.3, en Hos.1:4,6,9. 12. Zie van de rest van vs.3 de aantekening 2 Kon.18:17.